Jarenlang heb ik mijn vinyl beluisterd op twee draaitafels van Dual, type CS 505-4. In 1994 heb ik er een gekocht vanwege het sub chassis. Mijn set staat in een antieke houten kast die op een eveneens houten vloer staat. Ik moet dus draaitafels hebben die tegen een stootje kunnen. Dankzij het Subchassis heb ik nooit platen die overslaan. In 2012 heb ik een identieke Dual tweedehands aangeschaft en op dat moment ook nog een extra plaat aangebracht onder de draaitafels met daar onder een schuimrubberen mat om nog beter beschermd te zijn tegen trillingen. Op zich is de Dual CS505-4 een prima draaitafel maar het is verder niet echt bijzonder te noemen. Een draaitafel is uitgerust met een low output MC element van Benz-Micro (MC20E); hier is de uitstekende sound die ik bij het draaien van platen heb grotendeels aan te danken. De andere met een standaard Ortofon OM10 MM element dat een stuk dunner klinkt; hier draai ik mijn rommelmarkt vondsten op. Als ze bevallen en de kwaliteit is goed, dan was ik de plaat, voorzie hem van een nieuwe binnenhoes en dan mag hij onder de Benz. Om deze reden vind ik het prettig om twee draaitafels te hebben en omdat ze identiek zijn ziet het er prachtig uit in de kast.
Thorens TD105
Op een goede dag was ik vriend Huub van de Plaatfanaat aan het helpen. Hij moest zijn opslag verhuizen en er moesten meer dan 100 draaitafels naar een andere locatie. Die dag viel mijn oog op een Thorens TD105. Er stonden er twee. Na enig nadenken en internetten besloot ik Huub te vragen of ik mijn twee Dual’s niet in kon ruilen voor deze twee draaitafels. Dit kon. Hoewel ik prima tevreden ben met de Dual’s vind ik de Thorens TD105 er erg mooi uitzien en zijn ze qua kwaliteit redelijk vergelijkbaar. Ik vermoed dat hoofdzakelijk vanwege de plastic behuizing en het voor Thorens wat afwijkende uiterlijk de TD105 een ondergewaardeerde draaitafel is. In feite is het een prima gebouwde speler met dito specificaties. De arm met een lage massa leent zich prima om wat betere elementen te installeren zolang deze niet te zwaar zijn. Met een goed element is het een speler met een uitstekende prijs-kwaliteit verhouding. Net als mijn Dual’s heeft de TD105 een subchassis; de hele draaitafel staat op vier veren in een bak. Omdat mijn draaitafels op een niet ideale plek in een houten kast staan, is een wat stug geveerd subchassis ideaal omdat de platen dan niet zo snel overslaan bij trillingen. Ook een sterk punt is de arm die een zeer lage massa heeft. Als je iets zoekt wat net iets beter is dan een instapmodel dan kan dit een prima keuze zijn. Het moge duidelijk zijn dat mijn keuze voor de TD105 niet direct audiofiel gemotiveerd is. Ik vind de TD 105 er gewoon ontzettend mooi uitzien en vooral bij een draaitafel wil mijn oog ook wat. Het geperforeerde plateau met LED verlichting er onder en de drie tiptoetsen die mij doen denken aan de Philips 212 uit mijn ouderlijk huis zijn daar schuldig aan. Leuk detail is de sleuf voor de single adapter rechts.
Modificaties:
Omdat ik nog wel wat verbeterpunten zag heb ik besloten de volgende modificaties te doen en laten doen:
- Spikes
- Verzwaard chassis
- Betere bekabeling
- Plateaumatten met stroboscoop ringen zodat de 45 toeren stand ook afgesteld kan worden.
- Ortofon OM10 element vervangen door iets beters
En omdat het oog ook wat wil:
In plaats van twee groene, zestien blauwe LED’s voor de stroboscoop, verdeeld over twee rijen van acht.
De spikes en de elementen die ik op de Dual draaitafels had zitten konden meegenomen worden naar de Thorens draaitafels. Als upgrade voor het Ortofon element heb ik een tweedehands Shure V15 II element aangeschaft, Huub heeft deze gecontroleerd en de naald bleek nauwelijks gebruikt te zijn.
Chassis
De TD105 is van het subchassis type. Alle onderdelen zijn op en onder een metalen plaat gemonteerd die op de vier hoeken voorzien is van veren; het subchassis. Deze veren rusten in de uitsparingen van een kunststof bak die als chassis fungeert en ook plaats biedt aan de scharnieren van de stofkap. Dit chassis is van prima kwaliteit maar een beetje aan de lichte kant. Vooral de bodem vind ik wat dun. Het geheel is echter een stuk beter dan de behuizing van mijn vertrouwde Dual: vier gefineerde plankjes met een flinterdunne kunststof bodem daar aan vast geniet. Om de bodem wat dikker te maken en het totale gewicht wat hoger om zo een stabieler geheel te creëren en resonantie tegen te gaan, adviseerde Huub gebruik te maken van anti dreun matten. Dit materiaal vind je ook in autodeuren om deze bij het dichtslaan een wat minder blikkerig geluid te geven; ook zie je het vaak onder RVS spoelbakken in keukenblokken om het “pwok”-geluid tegen te gaan wanneer je er heet water in giet. Deze matten bestaan uit bitumen en hebben aan een zijde een schutvel. Achter dit schutvel zit een pikkerige laag die bij verhitting plakt. De ideale manier om dit te verhitten is met een föhn. Zo gezegd zo gedaan. Omdat de bovenzijde van de bodem niet vlak is maar voorzien is van verstevigingsribben heb ik besloten twee lagen aan te brengen. Omdat er gaten in de bodem zitten voor motor en borgschroef en voorzieningen voor transportschroeven en vering, was dit een aardige puzzel. Gelukkig zijn de matten prima te snijden met een Stanley mes en had ik toevallig een geschikte holpijp voor het motor gat. Na een beetje oefenen weet je ook precies hoeveel warmte je moet toevoeren met de föhn om voor een goede hechting te zorgen. Het resultaat is een stabielere behuizing die flink zwaarder is geworden. Na deze aanpassing is er geen hol geluid meer hoorbaar als je tijdens het draaien van een plaat op het chassis klopt; een teken dat de behuizing “dood” is en minder last heeft van trilling van buiten af.
Spikes
Over spikes zijn de meningen in audioland verdeeld. Ze schijnen de invloed van trillingen van buiten het apparaat te reduceren. Omdat mijn draaitafels in een niet heel stabiele houten kast op een houten vloer staan, heb ik ze op spikes geplaatst. Deze kast is beslist niet vrij van trilling veroorzaakt door het dagelijkse gezinsleven en de met enige regelmaat voorkomende trilling van op luid volume afgespeelde muziek. De gebruikte spikes van messing hebben aan de bovenzijde een binnenschroefdraad (M6) en aan de puntige onderzijde een schroefdraad voor de eigenlijke spike: een stalen punt. Toen mijn zoon die aan atletiek doet een keer zijn schoenen met spikes liet zien, ontdekte ik tot mijn verbazing dat ze uitwisselbaar zijn. Onder de spike zit een eveneens messing plaatje met een gaatje waar de spike in valt. Deze plaatjes heb ik op hun beurt weer voor zien van een rond stukje plakvilt. Af fabriek staat de TD105 op vier viltjes die op de vier hoeken in ronde randjes geplakt zijn. Deze heb ik er af gehaald om in de voorste twee randjes een gat van 6 mm. te boren. Om dit te kunnen centreren heb ik een ringetje gezocht met een gat van 6 mm. dat precies in de ronde rand valt. Na het boren van het gat heb ik van binnenuit M6 bouten door de gaten gestoken en deze aan de onderzijde vastgezet met een contramoer. Vervolgens heb ik de spikes op de uiteinden van de bouten gedraaid. Ik heb aan de achterzijde van de draaitafel slechts één gat geboord. Precies in het midden. Dit omdat ik de draaitafel graag op drie poten wilde zetten; een krukje met drie poten staat namelijk ook nooit wankel. Omdat de spikes vanwege de schroefdraden in hoogte verstelbaar zijn, kan ik de draaitafels perfect waterpas stellen in een vijandige omgeving: een instabiele kast die verre van waterpas is. En het oog wil ook wat: Dankzij de spikes ziet zo’n TD105 er opeens een stuk exclusiever uit. Later zou blijken dat ik beter had kunnen kiezen voor twee spikes achter en één voor; het is zeer lastig om bij de achterste spike te komen teneinde deze af te kunnen stellen.
Bekabeling
De linker TD105 is voorzien van een RCA kabel van Audioquest, type Golden Gate met een lengte van 120 cm. Net lang genoeg om de voorversterker te bereiken die onder de rechter TD105 staat. In eerste instantie had ik hier een Sidewinder, eveneens van Audioquest, voor gereserveerd maar die bleek te dik te zijn. De rechter draaitafel is uitgerust met kortere en dunnere kabels van het merk VLS. Ik heb geen ervaring met dit merk maar ze zijn gemakkelijk te verwerken omdat ze zo dun zijn en de lokale dealer had ze nog liggen voor een vriendenprijs; een gokje dus. Omdat ik de draaitafel graag uit de behuizing wil kunnen verwijderen, heb ik aan de achterzijde een nieuwe kabeldoorvoer gemaakt. Met behulp van een speedboor heb ik een gat van 17 mm. geboord, groot genoeg om de tulpstekkers er doorheen te halen. Het is 17 mm. geworden omdat ik een nog nieuwe en dus vlijmscherpe speedboor in die maat had liggen. Vlak daar naast heb ik een gaatje geboord voor de aardedraad. Ten behoeve van de voedingskabel voor de verderop beschreven aangepaste stroboscoop heb ik eveneens een extra gat geboord. Als trekontlasting heb ik tie wraps gebruikt: Deze heb ik voor de signaalkabels door twee speciaal geboorde gaatjes in het sub chassis gehaald. Mooi aan het oog onttrokken omdat ze onder het plateau zitten. Voor de aardedraad en de voedingskabel kon ik volstaan met een tie wrap om de kabels zelf, ze kunnen dan niet meer door het gat in de behuizing worden getrokken. Dit om te voorkomen dat de soldeerverbindingen worden belast, mocht er per ongeluk aan de bekabeling worden getrokken. De aansluiting voor de externe voeding van de draaitafel is origineel gebleven. De kabel doorvoeren zitten zoveel mogelijk in het midden. Dat was bij de Dual’s ook zo en daarom zitten er op die plek ook doorvoer gaten in de achterwand van mijn kast. Ik wil geen nieuwe gaten in mijn kast boren want de achterwand lijkt zo langzamerhand op een Emmentaler kaas. Er zijn geen kabels zichtbaar rond de draaitafels hetgeen bijdraagt aan de zwevende en strakke look.
Stroboscoop
Mede door het eigenzinnig aandoende draaiplateau spreekt de vormgeving mij aan. Normaal gesproken hebben draaitafels met een stroboscoop reliëf ringen op de rand van het plateau waar soms een lampje op schijnt dat meestal links voor gemonteerd is. Als de ring met het juiste toerental en aantal Hz stil lijkt te staan is de draaitafel zuiver afgesteld op het toerental.Bij de TD105 fungeren twee rijen inkepingen in de rand van het plateau samen met twee gekleurde LED’s die onder het plateau gemonteerd zijn als stroboscoop. Helaas werkt dit alleen bij 33 toeren. De inkepingen op de bovenrand zijn bedoeld voor landen met een netspanningsfrequentie van 50Hz waar wij ook toe behoren. De onderste ring met wat grotere inkepingen is bedoeld voor 60 Hz (o.a. V.S.). Om de 45 toeren stand te kunnen afstellen zitten er op de originele mee geleverde single adapter twee stroboscoop ringen (50 en 60 Hz), afstellen hiermee is voorbehouden aan mensen met goede ogen. Ik vind het dan ook jammer dat er geen aparte plateaus voor 50 en 60 Hz zijn gemaakt zodat er voor beide toerentallen plaats is.
Aanpassen stroboscoop
Omdat ik groene LED’s niet mooi vind heb ik besloten deze te vervangen door blauwe. Ook vond ik dat dit originele stroboscoop systeem wel wat meer in het oog kon springen. Na enig geknutsel heb ik er uiteindelijk zestien blauwe LED’s in gezet. Hiervoor heb ik zelf vier verlichtingsunits met ieder acht LED’s in elkaar gelijmd. Het soldeerwerk en de theorie om de LED’s zonder problemen op wisselstroom te laten branden heb ik uitbesteed aan Edwin Dorland van Dorland Audio & Video . Als leek dacht ik gewoon 4 LED’s in serie te kunnen laten branden op twaalf volt maar dat ging een halve seconde goed. Gelukkig had ik er met een vooruitziende blik 60 besteld terwijl ik er voor twee draaitafels 32 nodig zou hebben. Om de ronding van het plateau te kunnen volgen heb ik een stukje van een lp gebruikt als grondplaat. Vanwege de uitstekende zware kwaliteit heb ik een lp van Beethoven, uitgebracht door Deutsche Gramophon gemold. Aan de voorzijde fungeert het gat van de houder van de originele twee LED’s nu als kabeldoorvoer, aan de achterzijde heb ik het gat van de transportschroef gebruikt. Dit omdat ik zo min mogelijk extra gaten wil boren. De LED’s zelf heb ik in haakse fittingen gezet die ik bij Conrad heb besteld. (zie mijn artikel over het verzendbeleid van Conrad). De plaatsing van de LED’s is gelijk aan het gatenpatroon van de 50 Hz ring, wel heb ik steeds een gat overgeslagen om het psychedelische effect te verhogen ;-). Dit was een secuur klusje: Op het stukje lp aftekenen met een kraspen(!) en vervolgens boren met een boortje van 1,5 mm. om de LED fittingen goed te positioneren. Handig is dat de fittingen een aan de onderzijde een klein pinnetje hebben dat in het boorgaatje valt. Vervolgens kon ik de boel verlijmen met Faller bouwpakketlijm. Het gat van de voorste transportschroef fungeert nu als montagegat voor de LED unit aan de voorzijde en is met een enkele bout (M3) gefixeerd. Het gat van de achterste transportschroef heb ik gebruikt om aan de onderzijde een kroonsteentje te monteren voor de voedingskabel en aan de bovenzijde wordt de LED unit voor de achterzijde met dezelfde montage bout (M3) op zijn plaats gehouden. Een en ander heb ik zo uitgevoerd dat de stroboscoop met het solderen van twee draadjes weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen is. In plaats van de originele 10,5 Volt wisselstroomvoedingen, die helaas waren verdwenen, hebben de draaitafels nu een 12 volt gelijkstroomvoeding. Omdat je voor de stroboscoop licht nodig hebt dat knippert met een frequentie van 50 Hz, 50x per seconde dus, heb je wisselstroom nodig. Ook omdat ik per draaitafel zestien i.p.v. twee LED’s ga gebruiken, was het nodig deze LED’s te laten branden op een eigen wisselstroom voeding. Bijkomend voordeel is dat de blauwe lichtshow nu onafhankelijk in- en uitgeschakeld kan worden. In een kringloopwinkel vond ik een kastje met twee lampjes van Ikea die gevoed werden met wisselstroomadapters van twaalf volt, dit was precies wat ik nodig had. Het kastje kostte vijf euro. Ik heb het kastje gekocht en tot verbazing van de verkoper alleen de twee adapters meegenomen. Voor de LED’s van beide draaitafels heb ik aan een adapter ruim voldoende maar het is handig er twee te hebben voor het geval dat ik de draaitafels in de toekomst op verschillende plekken wil gebruiken.
Plateau
Het geperforeerde plateau dat eigenlijk niet geperforeerd, maar gegoten is, is voor mij een belangrijke factor deze draaitafel zo mooi te vinden. Omdat het plateau gemaakt is van een zink-aluminium legering (zamak), heeft het zijn glans na bijna drie decennia verloren. De plateaus zien er dof uit en doen afbreuk aan de rest van het zwarte apparaat met verchroomde accenten. Hier moest dus iets aan gedaan worden. Op advies van Huub heb ik besloten de zichtbare rand van het plateau op te schuren met zeer fijn schuurpapier. Per plateau heb ik zo’n twee uur nat geschuurd met opeenvolgende groftes schuurpapier te weten met de korrels 1000, 1200, 1500 en 2000. Als laatste heb ik de plateaus behandeld met speciale watten die Geïmpregneerd zijn met een polijstmiddel. Voordeel van deze watten is dat de gaatjes van de stroboscoop ringen zich niet vullen met poetsmiddel. Deze watten worden in blikjes verkocht onder de naam Nevr-Dull. Het resultaat is geslaagd: de plateaus en daarmee de complete draaitafels blinken je tegemoet.
Platenmatten
Op mijn Dual draaitafels had ik matten liggen van Philips vanwege de stroboscoop ringen. Deze zijn ook verhuisd naar de Thorens draaitafels. De 45 toeren stand kan ik “net als vroeger” met deze mat onder een 230volt 50Hz gloeilamp afregelen waarmee ik het draaitafel schap in mijn kast verlicht. Zodoende hoef ik mijn ogen niet te mishandelen met de stroboscoop ring op de originele Thorens single adapter. Huub heeft me overigens twee mooie metalen single adapters geschonken die nu in de speciale sleuven staan te blinken.
Motorpech / elementen
In het prille stadium van dit project ben ik al gewaarschuwd door mensen die het kunnen weten voor problemen met de elektronica van de TD105. Huub had in totaal drie exemplaren op voorraad, een van de drie wilde niet op het juiste toerental draaien. Deze draaide op zowel de 33 als de 45 toeren stand als een bezetene met meer dan 100 toeren. Bijgevolg werd de arm bij het afslaan ook met een rotgang terug gesmeten naar de houder. Deze storing had zich bij de eerste onder handen genomen draaitafel al een keer voorgedaan, verdween, maar kwam na het monteren van de achterste LED unit weer terug om te blijven. Na een schema vooruit gemaild te hebben ben ik gewapend met de op hol geslagen TD105 naar de eerder genoemde Edwin Dorland gegaan. De draaitafel heeft een week bij Edwin gestaan, maar de storing deed zich daar niet voor. In overleg hebben we besloten de twee IC’s en alle aanwezige condensatoren op de printplaat te vervangen. Draaitafel nummer een (links in de kast) draait nu probleemloos en het geluid is met het Benz-Micro MC element prachtig! De rechter draaitafel met het Shure V15 II element heeft (nog) geen elektronica problemen. Het Shure element klinkt voller en is vooral in het hoog een stuk mooier dan het Ortofon element. Dit element hou ik als reserve en is reeds gemonteerd in de arm afkomstig van het derde sloop exemplaar. Waar bij de meeste draaitafels de headshell te verwisselen is, heeft de TD105 en zijn sobere broertje de TD104 halverwege de arm een koppeling. Aan de headshell van deze draaitafel zit dus een halve arm vast.
Conclusie
Beveel ik de Thorens TD105 aan? Nee. Waarom niet? De elektronica is onbetrouwbaar en de lichte arm beperkt de keuze aan elementen. Ook zijn er veel draaitafels die stukken beter zijn en gemakkelijker in topconditie te houden zijn. Waarom heb ik ze dan? Omdat ik ze heel erg mooi vind. Veel mooier dan een logge Thorens TD160 bijvoorbeeld. De stroboscoop onder het plateau vind ik een zeer fraaie vinding en ik vond het gaaf om dat te accentueren door er een lading blauwe LED’s in te zetten. Ondertussen weet ik proefondervindelijk dat ze net zo mooi klinken als mijn oude vertrouwde Dual CS 505-4 draaitafels. Ondanks wat opstartproblemen heb ik geen spijt van mijn keuze. Het knutselen met de LED’s vond ik leuk om te doen en ik heb nu twee unieke draaitafels. De elektronica is een zwak punt, dit zal ook door de leeftijd komen. De TD105 is echter een luxe draaitafel van prima kwaliteit waarin een element van rond de €250 prima tot zijn recht komt. Omdat de vormgeving wat afwijkt van wat men gewend is van Thorens is dit model ondergewaardeerd. Smaken verschillen maar ik vind hem prachtig en daarom viel hij mij op in de ruime voorraad van Huub.
Gefeliciteerd Emiel met dit goed geslaagd project. Niet alleen het resultaat maar ook de uurtjes die je er in hebt gestopt aan creatief denkwerk en noeste handarbeid zal je veel voldoening hebben geschonken. Kan er over meepraten! Ik hoop dat je er lang plezier van zal hebben.
Wat is het eindresultaat gaaf geworden! Die blauwe LEDjes zullen waarschijnlijk een geweldig effect in je audiokast geven. Ik vind dat je de stappen goed hebt beschreven om twee (saaie?) Dual platenspelers te tweaken en te verfraaien. Top hoor!
Dank je. In combinatie met de blauwe VU meters van de eindversterker ziet het er inderdaad erg mooi uit. Het zijn overigens Thorens draaitafels, de Dual’s vinden vroeger of later via Huub nieuwe huisvesting.