In de aanloop naar de jaarlijkse Record Store Day een stukje geschiedenis en theorie over de draaisnelheden van onze geliefde grammofoonplaten:
78 toeren:
Het was Emil Berliner, uitvinder van de grammofoonplaat en platenspeler, die vast stelde hoe snel de eerste platen ongeveer moesten draaien. Deze naamgenoot van schrijver dezes maakte gebruik van stalen naalden die van stalen naainaalden konden worden gemaakt.
De maat van de naald bepaalde de maat van de groef. Om in deze maat groef het gewenste frequentie-bereik vast te kunnen leggen bleek dat de snelheid tussen 70 en 90 toeren moest liggen.
In 1912 ging de British Gramophone Company luistertests doen met de muziek in hun catalogus.
De beste gemiddelde snelheid bleek 78 toeren te zijn. Andere maatschappijen namen dit over en zo ontstond er een standaard. Omdat sommige landen 50 hertz en andere landen 60 hertz wisselspanning hadden (en hebben) zijn de ideale toerentallen resp. 77,922 en 78,261 toeren.
33 toeren:
Platen met een lager toerental werden in eerste instantie ontwikkeld voor de filmindustrie.
Een standaard 78 toerenplaat kon per kant tussen 4 en 5 minuten geluid “dragen”.
In de jaren 20 van de vorige eeuw zat er zo’n 11 minuten film op een spoel . Toen er in de tweede helft van dat decennium films met geluid in de bioscopen verschenen ontstond er behoefte aan een geluidsdrager met evenveel non-stop speelduur.
Er kwamen speciale filmprojectoren die mechanisch werden verbonden met een grammofoon, het zogeheten Vitaphone systeem.
Op deze manier liep het geluid synchroon met de film. Dit was de voorloper van de latere film met een audiospoor naast de beeldjes. Omdat een film (spoel) toendertijd zo’n 11 minuten duurde moest het toerental van de bijbehorende plaat ongeveer 32 toeren zijn om het geluid te laten matchen met de film.
In 1927 werd het toerental 33 1/3 geïntroduceerd als compromis tussen de optimale signaal/ruisverhouding en de speelduur na een grondige analyse door J.P. Maxfield van de firma Bell Laboratories.
Het schijnt dat ingenieurs van CBS, die de eerste lp’s in 1948 ontwikkelden, destijds aan het experimenteren waren met oude 33 toeren machines die in hun werkplaats stonden.
Zij hebben toen nieuwe groefafmetingen (de microgroef) ontwikkeld die een acceptabele signaal-ruisverhouding hadden in combinatie met het nieuwe materiaal vinyl dat de tot dan toe gebruikte en zeer breekbare schellak verving.
De speelsnelheid van onze geliefde lp’s stamt dus uit de “roaring twenties” en heeft haar roots in de bioscoop.
45 toeren:
45 toeren als afspeelsnelheid is het resultaat van een rekenkundige formule.
Deze formule, toegepast door RCA Victor in 1948, liet zien dat je optimaal gebruik maakt van een plaat die op constante snelheid draait als de binnenste groef met opgenomen geluid de helft van de diameter heeft van de buitenste. Om deze reden heeft een 7 inch single trouwens een label met een diameter van 3 ½ inch. Andere factoren in deze formule waren de door CBS ontwikkelde groefafmetingen, het gewenste frekwentiebereik en de toegestane vervorming.
De laatste 2 hangen nauw samen met de toenmalige gewenste geluidskwaliteit waar steeds hogere eisen aan werden gesteld door het publiek.
De uitkomst van de formule was 45 toeren en dat werd de standaard voor de single.
Later werd dit toerental ook sporadisch toegepast op lp-formaat: de maxi-single, geliefd bij audiofielen en DJ’s vanwege het prettige formaat en de mooie geluidskwaliteit omdat de groeven verder uit elkaar liggen.
Toch leuk om te weten wanneer je zaterdag 22 april een nieuwe plaat scoort bij een van de 99 platenwinkels die meedoen in Nederland. Behalve veel nieuwe releases en re-releases zal er in veel winkels live muziek te horen zijn. Als je gaat, VEEL PLEZIER!
Mooie inleiding van Emiel over “onze geliefde LP ” Ook leerzaam voor de nieuwkomers.
Onlangs las ik dat de cassette , welke zijn 50e verjaardag onlangs mocht vieren, zich ook weer aan het roeren is. Er zijn er nog die zweren bij de 78 toeren platen. Wat een mooie tijden mogen wij muziekliefhebbers beleven bij al die keuze in geluidsdragers. Ik beleef het wel zo. Wat je zegt Emiel: “Music is the Best”!
Nooit geweten dat de frequentie (50 om 60 Hz) bepalend was. Interessant stuk zo vlak voor RSD 2017! Veel plezier aan iedereen die gaat en succes op die ene die je zo lang zocht!
Leuk dat er nog zo veel enthousiasme voor platen is om er jaarlijks een ‘Record Store Day’ er aan te wijden. Niet echt aan mij besteed maar er zullen velen op afkomen om wat schijven te scoren al was het alleen maar als nostalgisch verzamelobject. Veel succes op de Record Store Day 2017 !